Actueel

Wetsvoorstel pensioenverdeling bij scheiding

Op 16 september 2019 is een modernisering van het wetsvoorstel pensioenverdeling bij scheiding ingediend.

Na inwerkingtreding van de wet krijgen beide ex-partners in de standaard situatie een zelfstandig recht op een deel van het pensioen dat ze tijdens het huwelijk hebben opgebouwd. Dit geeft ex-partners meer inzicht in wat hun financiële situatie na pensionering wordt. Ex-partners zijn niet meer afhankelijk van elkaars pensioendatum. Ook heeft het overlijden van een van beide expartners geen invloed meer op de pensioenuitkering van de ander. Deze wetswijziging verbreekt daarom de levenslange afhankelijkheid tussen ex-partners op pensioengebied.

Beide ex-partners krijgen in de toekomst standaard de helft van het tijdens het huwelijk door de ander opgebouwde pensioen. Ex-partners kunnen ook aangeven dat zij het pensioen niet willen verdelen of dat zij andere afspraken over de verdeling maken.

Na inwerkingtreding verdelen pensioenuitvoerders de pensioenen automatisch zodra ze vanuit de Basisregistratie Personen (BRP) een melding van een scheiding krijgen. Dit is een verbetering ten opzichte van het huidige systeem, waarbij veel scheidingen worden vergeten door te geven. Voor pensioenuitvoerders betekent de wijziging dat zij meer pensioenen moeten verdelen dan nu, en dat zij het pensioen op een andere manier moeten verdelen. Dit leidt tot ICT-investeringen.

Het wetsvoorstel wordt na het zomerreces 2020 behandeld, waarmee de beoogde ingangsdatum is verschoven naar 1 januari 2022.

Voorkomen onnodige kortingen

Minister Koolmees heeft op 16 december 2019 een regeling gepubliceerd tot wijziging van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling. Hij staat pensioenfondsen tijdelijk toe langer over geen minimaal verplicht eigen vermogen te beschikken en om een langere termijn voor herstel naar vereist eigen vermogen te hanteren.

Guidance Sleutelfuncties en adequate functiescheiding

DNB heeft op 17 januari een Q&A gepubliceerd met betrekking tot sleutelfuncties en adequate functiescheiding. DNB geeft hierbij antwoord op de vraag ‘Hoe richt een pensioenfonds of premiepensioeninstelling zijn sleutelfuncties operationeel onafhankelijk in?’ Daarnaast heeft DNB op 17 januari een Q&A gepubliceerd met betrekking tot de uitbesteding van het houderschap van sleutelfuncties door pensioenfondsen en premiepensioeninstellingen. DNB geeft hierbij antwoord op de vraag ‘Mag een pensioenfonds of premiepensioeninstelling het houderschap van sleutelfuncties uitbesteden?’